We begonnen onze persreis eind oktober door de Algarve in Faro. Faro is letterlijk de toegangspoort tot Zuid-Portugal. De luchthaven van Faro heeft zowel binnen- als buitenlandse vluchten en heel wat toeristen komen dus langs Faro vooraleer ze verder de Algarve intrekken. In dit artikel zet ik graag even een aantal bezienswaardigheden in deze Portugese stad op een rijtje waar je zeker een halve tot volledige dag mee kan vullen.
Al van bij het vertrek van de luchthaven viel het op: Faro is de stad van de ooievaars. Ik herinnerde me dat ik er in Alentejo langs de weg ook veel gezien had. Hier in Faro zie je de nesten midden in de stad, op de daken van de huizen. Door de aanwezigheid van het natuurgebied Ria Formosa vind je hier trouwens veel vogels.
Faro van vuurtoren?
Faro kreeg in de loop ter tijd verschillende namen. In het Romeinse Rijk kreeg het de naam Ossónoba. Toen de Westgoten de stad veroverden noemden ze haar Sancta Maria. De naam Faro kan afgeleid zijn van de naam van de dochter van emir Abu Uthman Said ibn Harun die in 1031 Faro voor korte tijd hoofdstad van zijn taifa maakte. Volgens een andere versie zou de naam afgeleid zijn van ‘phare’ of vuurtoren.
De oude binnenstad van Faro
Faro was vroeger een eiland, daarna een schiereiland en uiteindelijk werd het zoals het nu is, met het natuurgebied Ria Formosa voor de deur. Er waren 2 ingangen naar de oude stad: Arco do Repouso en Arco da Vila. De poort Arco da Vila heeft een verschillende architectuur aan de binnen- en buitenkant. De stadspoort is een nationaal monument. Door de aardbeving van Lissabon (1755) raakte de poort erg beschadigd aan de buitenkant. Ze restaureerden en renoveerden in 1812 en kozen voor de neoclassicistische stijl. De binnenkant bleef een Arabische stijl behouden.
De oude stad (Cidade Velha) had slechts 2 grote straten en op het kruispunt van beide bevond zich Largo da Sé. Op dit plein vind je het bisschoppelijk paleis en de kathedraal die in de 13e eeuw op de resten van de oude moskee gebouwd werd.
De oude binnenstad van Faro is een stad met veel kleine straatjes die kronkelen. De smalle straten en hoge gebouwen zorgen voor veel schaduw en de wind is een soort natuurlijke airco. Het is een plezier om je gevoel te volgen en je te laten verdwalen in de nauwe straatjes. Vergeet zeker niet af en toe eens naar boven te kijken naar de mooie gevels.
Archeologisch museum
We liepen ook even binnen in het Museu Arquelogico dat in het 16e eeuwse oude klooster Nossa Senhora da Assuncao gelegen is. Er zijn tijdelijke en vaste tentoonstellingen. Niet te missen is de grote mozaïek die ze tot hun nationale schatten rekenen. De mozaïek is gevonden buiten de muren van de stad. Daardoor gaan archeologen ervan uit dat de stad in de 2e eeuw dus groter moet geweest zijn.
De mozaïek telt 500.000 kleine steentjes en is vermoedelijk gemaakt door de Tunesiërs. Tot op vandaag hebben ze geen idee wie de figuur is. Omdat ze niet zeker weten welke kleuren de mozaïek had bij de ontbrekende stukken, hebben ze gekozen om die stukken niet te reconstrueren.
Feira de Sancta Ria
Goed om weten: eind oktober is er een jaarlijke ‘fair’ waardoor het extra druk is in Faro. In de binnenstad staan meer auto’s dan anders geparkeerd.
Overnachten
Er zijn in Faro slechts een paar hotels. Je kan er ook in een van de vele hostels of airbnb’s logeren. Hieronder vind je de beste deals.
Genoeg gezellige restaurantjes in Faro. Rond Pracai Alfonso III vind je vele leuke restaurantjes waar ze typische specialiteiten uit de Algarve serveren. Onze gids raadde Aqui del Rey aan.
Voor een brunch en om snel wat te werken stopte ik de laatste dag bij Chelsea Coffee & Brunch.
De Algarve wist me aangenaam te verrassen: gezellige stadjes, zonnige dagen eind oktober, een prachtige kust en lekker eten. Een food tour bleek de ideale manier om Olhão, een vissersstadje met een aparte mentaliteit te ontdekken.
We lieten ons op sleeptouw nemen door de sympathieke gids van Eating Algarve Tours. De Ria Food Tour leidt je door het authentieke vissersstadje. Aan de hand van 9 verschillende tastings, leer je het leven in Olhão kennen en kan je proeven van wat de zee en het land voortbrengen.
De bijzondere geschiedenis van Olhão
Olhão is gesticht door inwoners van Faro die het beu waren zoveel belastingen te moeten betalen. De inwoners van Olhão hebben hun eigenheden. De oudere locals laten het formele achter zich. Iedereen is hetzelfde en iedereen heeft een connectie met het water.
Food market: land & zee
We begonnen onze tour bij het water, aan de lagune van Ria Formosa. Deze lagune was van groot belang voor de lokale vissers. Voor de vissers leek de lagune op de figuur van een vrouw. De bochten van de rivier stonden symbool voor de rondingen van een vrouw. Het zal je dan ook niet verwonderen dat de lagune tot een van de zeven natuurwonderen van de Algarve gerekend wordt.
Replica Bom Sucesso
Op enkele meters van de wal ligt een replica van de Bom Sucesso voor anker. Toen de Portugezen Napoleon en de Fransen verdreven was de koning van Portugal in Rio de Janeiro (Brazilië). Een 17 tiental vissers voeren met de Bom Sucesso naar daar om hem het nieuws te brengen. De dappere vissers hadden een verborgen agenda: ze lieten de koning tekenen om hun stad te herkennen. Ze deden er 3 maanden, enkele reis over. Bij hun terugkeer werden ze als helden onthaald. Op de boot is een oog geschilderd, de naam van de stad Olhão betekent ‘groot oog’.
Aan de kade zien we de twee overdekte food markten. Een voor de seaside (vismarkt), de andere voor landside (landbouwproducten). Binnen wachten ons tientallen standjes met lokale producten.
Terwijl we naar de gids luisteren, spreekt een oude man ons aan. Hij wil ons waarschuwen want we staan net onder een verlichtingsarmatuur waar een meeuw op zit en die meeuw zou wel eens een ‘granaat’ op ons kunnen droppen. Ook verder tijdens de rondleiding word ik aangesproken door een oudere heer: “dat we altijd welkom zijn in zijn mooie land”.
Vijgenster
We wandelen verder naar de overdekte markt met producten van de aarde, waar onze eerste proeverij wacht bij Alquimia Da Terra Loja Gourmet. Hier proeven we een Estrela de figo. Deze vijgenster is eigenlijk vrij eenvoudig te maken. Het moeilijkste zal zijn om in België voldoende grote vijgen te vinden. De 2 vijgen worden in een stervorm gesneden, tussen de 2 ster-vormen komen amandelschilfers en zo wordt het geroosterd. Estrela de figo worden vooral op 1 november gegeten maar zijn heel jaar door verkrijgbaar. We kregen bij onze vijgenster een glaasje versgeperst wortelsap of rodebietensap.
Johannesbroodpitmeel
Veel desserts in de Algarve worden met amandelen, Johannesbroodpitmeel, vijgen,… gemaakt. Johannesbroodpitmeel wordt verkregen door het vermalen van de kiemende zaden van de Johannesbroodboom. De zaadjes zitten in boon-achtige omhulsels. Johannesbroodpitmeel is een verdikkingsmiddel dat vaak ook aan baby’s gegeven wordt en geroemd wordt om zijn gezonde eigenschappen.
Wist je dat de zaadjes van Johannesbroodpitmeel altijd 0.02 gram geven? Die maat werd ook karaat genoemd. Dat doet een belletje rinkelen ivm diamanten niet?
Confituur to die for
Onze wandeling ging verder naar het tweede standje. Dit kleine standje in de hoek verkoopt de beste sinaasappelconfituur die je je kan inbeelden. Het geheime ingrediënt? Een beetje chili! Erg lekker met een beetje (gedroogde) geitenkaas of in sauzen. Ik wou meteen een potje mee naar huis doen maar ze waren nog verse aan het maken. Gelukkig reed de chauffeur de laatste dag achter een paar potjes zodat we nu ook thuis een beetje van de Algarve kunnen proeven.
Litão, gedroogde vis uit Olhão
De tweede food hall is de overdekte vismarkt. Je vindt er vele soorten vis die in de Algarve gevangen wordt. De gids vertelde ons hoe we verse vis konden herkennen: dit kan je onder meer zien aan de ogen en aan de kieuwen.
De Portugezen eten graag kabeljauw maar hebben deze vis niet in hun eigen water. Ze moesten de kabeljauw dus invoeren uit Noorwegen maar de arme stad kon dit niet betalen. Daarom probeerden ze het recept voor ‘bacalhau’ uit met hun eigen litão (blackmouth catshark) en een nieuwe lokale specialiteit was geboren. Ze eten litão vooral tijdens de kerstperiode. Er is momenteel slechts 1 familie die dit authentieke recept nog maakt. Het is dus enkel hier dat je dit nog zal zien/vinden.
Sardienen uit blik
Voor mijn bezoekje aan het familiebedrijf Conserveira do Sul trok ik mijn neus op voor ingeblikte vis. Het was zoiets dat we thuis wel eens aten als we echt niets anders in huis hadden. Nu ik de mensen van Conserveira do Sul met zoveel passie over hun product hoorde vertellen, beschouw ik ingeblikte vis plots als een echte delicatesse.
Het bedrijf bestaat sinds 1954 en momenteel is het de vierde generatie die aan het roer staat van het familiebedrijf. Op onze food tour bezochten we het kleine museum en leerden we meer over de geschiedenis van het bedrijf. Als 9-jarige ging de António Jacinto Ferreira, de oprichter van Conserveira do Sul, mee met zijn moeder om op de vismarkt te werken. Toen hij 15 jaar was kwam hij naar Olhão en zocht een manier om vis te bewaren. De oplossing bleek de vis in te blikken.
Over de jaren groeide hun aanbod enorm uit. Ze hebben nu verschillende merken: Manná, Good boy en Jupiter en naast sardienen blikken ze ook tonijn, makreel, ansjovis,… in en brachten ze diverse vispatés zoals sardienenpaté op de markt. De paté hebben ze pas sinds de jaren 80. Het was meteen een groot succes en zowat elk restaurant serveert als hapje vooraf, bij het brood, de vispaté.
Good Boy
Het merk Good Boy is hun favoriet omdat een van zijn zonen het gezicht was. Canned fish kan 4 tot 5 jaar bewaard blijven. Ze proefden onlangs zelf een van 13 jaar na productie. De vis was veel zachter en ze vonden het lekkerder. Er zitten geen bewaarmiddelen in maar doordat er geen lucht aan de vis kan, blijft de vis goed bewaard. Het is trouwens allemaal handwerk om de vis in de blikken te doen. De vis wordt in de blikken gekookt en dan wordt de saus erbij gedaan.
We mochten enkele van hun meest verkochte producten proeven en ik kocht in hun winkeltje met plezier een paar blikken om mee te nemen naar huis.
Street art in Olhão
Fans van street art moeten zeker ook even aan de achterkant van Conserveira do Sul kijken. In de Rua da Fábrica Velha vind je diverse zwart-wit murals die een blik werpen op de recente vissersgeschiedenis van Olhão. De artiesten gebruikten oude foto’s als basis voor hun murals. Iedereen in Olhão kent wel iemand die hier geportretteerd is.
Olhão, de blokjes-stad
Naast de schoorstenen waar ik hier al over vertelde zijn ook de versierde lijsten aan de huizen erg typisch voor hier. Er is nog een derde eigenschap die opvalt. Olhão wordt ook wel eens de ‘cubic town’ genoemd. Mocht je de stad vanuit de hoogte bekijken, zou het meteen opvallen dat op de huizen precies kubussen staan. Dit komt omdat de huizen in Olhão twee terrassen hebben. Het eerste terras was om fruit en octopus te drogen. Het tweede terras gebruikten ze om de zee in de gaten te houden, iets wat voor vissers uiteraard erg belangrijk was. De bevolking in Olhão was/is een bijzonder volk. De terrasjes waren ook een uitkijkpost om te zien of de politie in buurt was. Was de kust veilig, dan konden ze smokkelen.
Verborgen plekje
Tijd voor nog wat meer eten. We stoppen bij Republica Recreativa. Vroeger was dit een privé-club, enkel voor beperkte kring. Nu is het huis open en toegankelijk voor iedereen. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd zoals workshops, danslessen,… Buiten wacht een grote verrassing: er is een heus openluchtcinema ingericht en je kan ook lekker eten op een heerlijk zonneterras.
Het verhaal van de lange, zwarte mantels
De bioco is een lange zwarte mantel die tot op de enkels reikt en met een kap, zodat je je helemaal kon verbergen. Omdat je op deze manier onherkenbaar was, werd het ook een klederdracht voor wie zondige of illegale handelingen wilde stellen. Ook mannen die wilden smokkelen, trokken de bioco aan. In 1892 was het niet langer toegelaten om een bioco te dragen maar in Olhão trokken ze zich daar niets van aan.
Almond Lover
Afsluiten doe ik graag met het receptje van de cocktail die we als afsluiter van onze food tour in het 5-sterrenhotel dronken. De cocktail is speciaal voor deze tour gemaakt en kreeg de naam Almond Lover. De cocktail is op basis van citroensap, sinaasappelsap, bittere amandelenlikeur, suikersiroop en een opgeklopt eiwit. Ik drink zelden alcohol maar vond de cocktail zo lekker dat ik op de luchthaven toch een fles amandellikeur kocht zodat ik het receptje thuis ook eens kan uitproberen.
Het was de eerste trip dat ik zoveel lokaal eten kocht voor thuis (behalve in Zweden dan, maar da’s een uitzondering). Doen jullie dat ook? Op die manier verleng ik mijn reisjes, ook als ik al lang weer thuis ben. Een mooie manier om de herinneringen levendig te houden, vind ik.
Na Centraal-Portugal en Alentejo mocht ik deze keer op ontdekking in de Algarve. De Algarve is een bijzonder stukje Portugal. Doorheen de geschiedenis spraken ze over “Portugal en de Algarve”. Al gharb betekent ‘het westen’. Zelfs de Portugezen die niet uit de Algarve komen, zeggen aan het einde van hun vakantie dat ze nu helaas terug naar Portugal moeten.
Je vindt aan de zuidkust van Portugal zowel rotsformaties (ten westen van Faro) als zandstranden en lagunes (ten oosten van Faro). We bezochten er een paar leuke stadjes en de Algarve veroverde al snel een plekje in mijn hart.
De geschiedenis van de Algarve
De Algarve dankt zijn naam aan de Moren die er van 711 tot 1249 heersten. Ze verdeelden de zuidelijke delen van Iberië in west en oost. Het oostelijke deel kreeg de naam Andalusië. In 1755 was er de grote aardbeving van Lissabon die in de regio diepe sporen naliet en heel wat historische gebouwen beschadigde.
Het dingetje met de schoorstenen in de Algarve
Het valt je meteen op als je naar de daken van de gebouwen kijkt: er staat meestal meer dan 1 schoorsteen op en die schoorstenen zijn dan ook vaak nog eens versierd. Er zijn er geen 2 hetzelfde. Het zit namelijk zo: hoe langer je kon wachten op je schoorsteen, hoe duurder en gedetailleerder afgewerkt de schoorsteen was. Als je je schoorsteen ging bestellen, gaf je geen budget op maar zei je hoeveel tijd ze hadden om de schoorsteen te maken. Eigenlijk is er maar 1 schoorsteen voor de haard. De rest is eerder als versiering. Over het algemeen geldt dat er per generatie die onder hetzelfde dak woonde een schoorsteen was.
Faro, poort tot de Algarve
Hoewel de meeste toeristen hun vakantie niet in Faro toebrengen is het stadje zeker een bezoekje waard. Het is de hoofdstad van de Algarve. We begonnen onze wandeling in de oude stad, wandelden langs beide toegangspoorten van het oude Faro (Arco da Vila en Arco do Repouso) en lieten ons meeslepen door de kleine straatjes. Een bezoekje aan het Museu Municipal toont je onder andere een mozaïek die uit zo’n 500.000 steentjes bestaat. Ook de winkelstraten zien er erg gezellig uit.
Het stadje in de Algarve dat me het meest wist te charmeren, is Olhão. Olhão is een visserstadje en de inwoners worden omschreven als ‘rough but nice’. Een rebels stadje met een hoek af, een beetje zoals Oostende dus.
We starten onze wandeling aan de kade van Ria Formosa, in de 2 overdekte foodmarkets en wandelden van daar verder, de stad in. Onderweg stopten we bij alle bezienswaardigheden en ontdekten we de culinaire rijkdom van de Algarve. Het bezoek aan het bedrijf van de ‘sardienen in blik’ veranderde mijn blik (pun intented) op die ingeblikte visjes. Veel van de proevertjes op de food tour waren zo lekker, dat zowat iedereen in onze groep een voorraadje kocht voor thuis.
De dag werd afgesloten met een boottochtje op de Ria Formosa. Er stond die dag best wat wind en de golven die over het bootje sloegen zorgden voor de nodige hilariteit en natte broeken. Vanop de boot zagen we de vissers bij de oesterkwekerijen en ‘clam banks’.
Lagos is vooral gekend als bestemming voor strandvakanties. Toch is er ook heel wat geschiedenis te rapen. Lagos was de vertrekstad van heel wat ontdekkingsreizen. Tot 1755 was het zelfs de hoofdstad van de Algarve.
Ik wandelde tegen de vooravond door het oude centrum van het stadje en liet me met plezier meedrijven door de kleine steegjes, de pleintjes waar ze muziek speelden en langs de winkeltjes met handwerk.
Wandelroute ‘Seven hanging valleys’
De kust van de Algarve nodigt uit tot hiking. Is er trouwens een Nederlands woord voor hike? Een wandeling klinkt zo saai en dat is de route absoluut niet. Je wandelt langs de kust, kijkt uit op prachtige rotsformaties en op bepaalde stukken voldoende uitdagend. Ik weet niet hoe het met jullie zit maar als ik af en toe moet uitkijken hoe ik best kan stappen, soms zelfs mijn handen moet zetten om ergens op of af te komen, dan voel ik me avontuurlijk, haha.
We wandelden een deeltje van de route ’the seven hanging valleys’, van Marinha Beach naar Benagil. Het volledige traject is 5,7 km en kreeg het label ‘medium’. De route is duidelijk bewegwijzerd en aan het start- en eindpunt zijn de nodige faciliteiten. Zeker als je de tocht op een warme dag onderneemt is het aangeraden om water, zonnecrème en eventueel een hoofddeksel mee te nemen. Op winderige dagen kan je de hike beter niet doen.
Aan de kust hier vind je limestone, een erg poreuze kalksteen. De zee holt de kliffen van onder uit en de rotsen hangen dus over de zee. Als er veel golven staan, kan je op bepaalde stukken het water onder de rotsen voelen.
Let wel erg goed op dat je enkel op de aangeduide paadjes wandelt. Zoals ik al schreef is de limestone erg poreus en brokkelt er regelmatig een stukje af. De waarschuwingen van onze gids waren duidelijk. Hoe verleidelijk een selfie aan de rand van de rotsen ook is, doe het niet!
Aan het eind van de route zagen we in de verte zelfs dolfijnen zwemmen. Het vraagt een beetje oefening (en goede ogen) om ze te zien maar het was in elk geval een mooie afsluiter van deze dag.
Culinair Algarve
De mensen in de Algarve eten graag. Ze houden ook graag interne wedstrijdjes. Overal zagen we wel een label van producten die een of andere wedstrijd gewonnen hadden. Met 2 copieuze maaltijden per dag, leerden we de keuken van Algarve is sneltempo kennen.
Folar de Olhão is een paasdessert, uit verschillende laagjes opgebouwd dat qua smaak een beetje aan kanelbullar doet denken.
Cataplana is een visgerecht dat klaargemaakt wordt in een koperen pan. Ik at het in Restaurante o Patio (zie verder).
De verrassing voor mij was Xarem. De gids legde dit uit als een soort havermoutpap met vis. Mijn verwachtingen lagen dus niet vrij hoog en ik schepte maar een klein beetje op. En dan nog een beetje en nog wat meer want ik vond het echt lekker.
Van de Feijoada heb ik niet geproefd want er zit vlees in deze maaltijdsoep. Het was het lievelingsgerecht van onze gids en het deed hem aan zijn moeder denken. Alleen daarom al vond ik dat dit gerecht hier zeker ook vermeld moest worden.
Ze serveren in de Algarve graag zoete desserts. Veel desserts bestaan uit amandelen, Johannesbroodpitmeel, vijgen,… Over Johannesbroodpitmeel vertel ik meer in het artikel over de food tour die ik Olhão volgde. Stay tuned!
Goed om weten
Beste tijd om te reizen
In augustus is half Portugal met vakantie in de Algarve. Het is er dan erg druk. Bovendien gaan de temperaturen al snel richting de 40 graden. Nogal veel als je de hike van hierboven wil ondernemen. Als je kan, probeer de zomermaanden te vermijden. Ook in het najaar is de Algarve namelijk vrij zonzeker. Eind oktober was het rond de 20 graden, wel met beduidend koudere nachten.
Naar Faro vliegen
We vertrokken om 6u15 vanuit Brussels Airport. Een kleine 3 uur later stonden we in Lissabon van waar we nog een binnenlandse vlucht van ruim een halfuur moesten nemen tot Faro.
Had ik de reis zelf geboekt, had ik dit laatste traject vanuit milieu-overwegingen met de bus of de trein afgelegd. Met de trein zou je 2,5 uur over dit traject doen. De bus doet er, afhankelijk van het verkeer, ongeveer 3 uur over. Je zou dus ongeveer even laat op je eindbestemming aankomen. Ik koos ervoor om mijn vlucht te compenseren. Dit kostte me bij Treecological net geen 9,5 euro enkele reis. Ik weet ook wel dat ik het klimaat niet ga redden door mijn vlucht te compenseren en dat het eigenlijk nog beter is om niet te vliegen. Ja, ik zit daar mee want hoewel ik echt mijn best doe om zo weinig mogelijk te vliegen, vlieg ik meer dan goed is voor het milieu. Klimaatcompenseren en bewust omgaan met vliegreizen is beter dan helemaal niet klimaatcompenseren.
Voor de transfers ter plekke konden we steeds op João van Domitur rekenen. Discreet als het moest, grappig als het kon. Ik ken weinig chauffeurs die met de glimlach zouden omrijden omdat je per se nog een potje appelsienconfituur met chili wil.
Overnachten in de Algarve
Aquashow Park Hotel
Tijdens deze persreis was het Aquashow Park Hotel onze uitvalsbasis. De eerste dag lunchten we hier ook: een heerlijke pompoensoep, gevolgd door een garnalenrisotto en een dessert. Het ontbijt is uitgebreid met voor elk wat wils. Er is aan de zoetebekjes en de fans van het Engels ontbijt gedacht en ook aan mensen met lactose-intolerantie. Probeer zeker het ‘detox’-sapje met citroen, appel en komkommer.
De kamers zijn ruim maar mogen wel wat grondiger gepoetst worden. Was mijn oorbel niet onder het bed gevallen, had ik het waarschijnlijk niet opgemerkt. Pluspunten: heerlijk warm water uit de regendouche en een balkon met een uitzicht om U tegen te zeggen. Die dramatische zonsondergang gevolgd door een lichtspel tijdens het onweer was er eentje om in te kaderen.
Er is een zwembad (zowel binnen als buiten) met wellnessgedeelte maar dat heb ik helaas niet zelf uitgetest. Van een medereizigers weet ik wel dat het water van de jacuzzi niet echt warm was. In de (nabije?) toekomst opent er bij het hotel een gigantisch indoor waterpretpark. Zo hopen ze ook buiten seizoen meer gezinnen met kinderen aan te trekken.
Eten zou het hoofdthema van deze persreis kunnen zijn. Lees: elke dag twee keer een (minstens) driegangenmenu. Een dag zaten we om 15u30 nog aan tafel voor de lunch en wachtte ons om 19u00 alweer het diner. De Portugezen eten twee keer per dag warm. Als hapje vooraf stond er steevast lekker brood met onder meer vispaté op tafel. Als je weet dat ze in Algarve erg goed zijn in desserts maken, weet je dat we meer dan eens overeten van tafel kwamen. But we would do it all again :-)
Er zijn in deze regio tientallen adresjes die de moeite waard zijn. Ik kan uiteraard enkel spreken over de restaurantjes waar we op deze persreis zelf zijn gaan eten. Allemaal lekker. Mijn favorieten kregen een sterretje naast hun naam.
Magnólia Hotel wist me te verleiden met de hippe en toch rustgevende inrichting. De pasta was lekker, zonder meer. Als dessert was er cheesecake. Er zijn vast authentiekere adresjes maar soms is goed ook gewoon ok. Of omgekeerd. Het hotel ligt vlakbij Parque Natural da Ria Formosa en is een ‘adults only’ resort.
Adres: Estrada da Quinta do Lago, LOULE
Restaurante Paixa * is een absolute must try. Ze serveren er lokale en internationale gerechten in tapasvorm. Na de hapjes (lekker brood – zelfs muffins) volgen de koude tapas en daarna de warme tapas. Hoewel ik meestal geen fan ben van het sharing food concept was het hier wel erg leuk. Tientallen lekkere gerechtjes kwamen op onze tafel en je kon overal van proeven. Ideaal om je ook eens aan minder gekende gerechten te wagen. Zo at ik ‘xarem’, een gerecht dat ik anders niet zou bestellen maar wat ik wel erg lekker vond. Ook de zalmmousse, de halfgedroogde tomaten en de kabeljauwtaart doen me nog altijd het water in de mond lopen.
Adres: Quadradinhos, Lote 52, LOULE
In Restaurante O Pátio maakte ik kennis met cataplan. Een lekker visgerecht dat klaargemaakt wordt in een koperen pan. De meningen aan tafel waren verdeeld. Zelf vond ik de cataplan erg lekker. Het voorgerecht, met de scampi’s was eerlijk gezegd minder. De scampi’s waren helemaal platgekookt. Het dessert, een lekker cheesecake, maakte veel goed.
Adres: Rampa do Paraíso – Edf. P.4, LAGOA
Restaurante Don Sebastião zou het beste restaurant van Lagos zijn. De Zweden aan het tafeltje naast ons waren niet overtuigd. Onze vis werd in zijn geheel geserveerd en sommigen aan tafel bedekten de kop diplomatisch met een blaadje sla alvorens aan het fileren te beginnen. De vis was erg zacht en lekker. Ook de dessertjes werden door iedereen gesmaakt.
Adres: Rua 25 de Abril, 20-22, Apartado 388, LAGOS
Casa do Lago * ligt tussen de chique villa’s en vakantieverblijven van de rijke Britten. Zo zijn er vakantie-tenniskampjes voor kinderen met onder meer Andy Murray. Het restaurant ligt aan de rand van het meer. In dit domein is veel aandacht voor open oppervlakte. Wie hier wil bouwen mag slechts een beperkt deel van de grond bebouwen. Omdat de grond erg schaars is, worden villa’s van amper 15 jaar oud hier al afgebroken om een nieuwe villa te bouwen. Je kan je het als gewone sterveling amper inbeelden. In tegenstelling tot wat je misschien zou vermoeden is het restaurant van Casa do Lago best betaalbaar. Zeker voor de lekkere gerechten die ze er serveren. Ik denk dat we allemaal met veel plezier terugdenken aan het dessertbordje en dan vooral de pavlova – de vele gelatine in de cheesecake vond ik minder. Ook de zeebaars in saffraansausje was hemels. Dat receptje wil ik wel! Een absolute aanrader voor de fijnproevers.
Adres: Quinta do Lago, Roundabout 6, Av. Ayrton Senna de Silva QUINTA DO LAGO
Tours & activiteiten
Gegarandeerd de beste prijs en je vermijdt de wachtrijen.
De regio rond het Alqueva-meer in Alentejo kreeg als eerste in de wereld de onderscheiding Starlight Tourism Destination, ondersteund door de Unesco. Toen ik in november in Alentejo was, stond er een bezoekje aan en sterren kijken op deze bijzondere plek op het programma.
Wat is een Dark Sky Reserve?
Er is nauwelijks lichtvervuiling en er zijn 286 heldere, wolkenloze nachten per jaar. Typisch natuurlijk dat wij net in een van de 79 andere nachten van het jaar in het Dark Sky Reserve waren. Ons bezoekje aan de Observatorio Lago Alqueva werd een dagje/nachtje uitgesteld en als bij wonder zagen we dan toch de sterren en de maan. En zelfs Saturnus en de melkweg!
Observatorium van Lago Alqueva
Het was begin november overdag nog vrij warm in Portugal maar eens de zon achter de horizon verdween, koelde het serieus af. Nu ben ik gelukkig altijd goed voorzien, zeker als ik vermoed dat er airco in de busjes zal zijn. Ik had dus een warme trui mee maar anderen in het gezelschap zaten toch maar wat te bibberen. Laat het een tip zijn: breng warme kledij voor ’s avonds mee. Als je sterren gaat kijken, zit je namelijk een tijdje stil en dus kan het frisjes zijn.
Na een deskundige uitleg, wetenschappelijk maar verstaanbaar door een knappe Portugees trokken we naar buiten waar een gigantische telescoop opgesteld stond. We leerden hoe we de Noordster konden vinden en zagen clusters sterren door de telescoop. Een bijzonder momentje toen we Saturnus zagen. Ik slaagde erin Saturnus met mijn smartphone vast te leggen, alhoewel ik moet toegeven dat je goed moet kijken ;-).
Nog specialer was het moment dat we de melkweg zagen. De wetenschapper toonde ons zelfs een ander melkwegstelse. Ik kon niet anders dan er met open mond naar zitten kijken.
Het was magisch en al, maar ergens heeft mijn brein er ook moeite mee om dat allemaal te begrijpen. Eindigt het heelal dan nergens? Dan kan toch haast bijna niet. En wat is er dan buiten dat heelal? Je voelt je als mens vooral heel klein als je daarover begint na te denken.
Stargazing apps
Thuis ook sterren kijken? België heeft ’s nachts veel te veel lichtvervuiling. Je zal maar een fractie van de sterren zien. In Zeeland ben ik, na een nachtduik, altijd verbaasd over hoeveel sterren er aan de hemel staan. Sinds een weekendje kamperen in Zeeland met een sterrenliefhebber (hey B!), weet ik Orion er altijd uit te halen. Wil je weten wat je ziet, download dan een stargazing app. Ik heb er hieronder een paar voor je opgelijst:
Sky Map: een goede, gratis, app die je vertelt wat je ziet als je naar de sterren kijkt.
SkyWiki: leert je meer over astronomie en, handige extra, heeft een ingebouwd kompas.
Welke app gebruik jij om naar de sterren te kijken?
Ergens in november was ik enkele dagen op persreis in Alentejo, de grootste regio van Portugal. Naast kennismaken met de regio van kurk & wijn, zouden we ook hiken langs de Rota Vicentina.
Het voor- en najaar zijn de beste periodes om te hiken in Portugal. Tijdens de zomermaanden is het te warm en is het bovendien ook veel drukker in de regio. Jaarlijks zijn er zo’n 25.000 wandelaars, goed voor 26 verschillende nationaliteiten, die (een stukje van) de Rota Vicentina wandelen. Er zijn 2 routes en 8 circulaire routes die (binnenkort) goed zijn voor 750 km wandelplezier.
Fisherman’s Trail
De Fisherman’s Trail is de populairste route. Dit traject is 125 km lang en loopt vooral langs de zee. Helemaal op mijn lijf geschreven.
We wandelden 2 stukken uit de Fisherman’s Trail. Er zitten pittige stukken tussen langs de kust. De erg steile stukken hebben we niet gedaan. Misschien maar goed ook want ik heb wel een beetje last van hoogtevrees. De Fisherman’s Trail is in elk geval adembenemend. Ik was helemaal in mijn sas, hier langs de kust en in de zilte lucht. Wat een indrukwekkende golven! Ik nam letterlijk honderden foto’s van de golven die tegen de rotsen slaan.
Het tweede stukje deden we, ongepland bij en na zonsondergang. We probeerden wel snelheid te maken maar bleven telkens staan om foto’s te nemen en van het uitzicht te genieten. Gelukkig konden we via WhatsApp onze locatie doorgeven en kwamen ze ons oppikken. Heel misschien waren we mogelijks een beetje verdwaald.
Historical Route
Op het programma stond ook een stukje van de historische route. We zouden 18 km wandelen. Omwille van timings werd de route jammer genoeg ingekort. De Historical Route is in totaal 230 km lang en kan ook gecombineerd worden met de Fisherman’s Trail.
Het stuk van de historical route dat we wandelden vond ik persoonlijk niet echt de moeite. Voor het vlakke landbouwlandschap waar dit stuk route doorheen loopt moet je niet meteen naar Alentejo.
Touro Azul – culturele programma’s
Gekoppeld aan de Rota Vicentina zijn culturele programma’s uitgewerkt. Je gaat er op stap met een local. Wij brachten kunstenares Odette een bezoekje. Ze stelde haar huis dat 150-200 jaar oud is, open voor ons. De weg ernaartoe legden we per wagen af. Het was een heuvelachtig en bochtig parcours en ik moest me concentreren om niet wagenziek te worden. Ik was dus maar wat blij toen we arriveerden.
Odette is een kranige dame. Het was een speciaal zicht: ze droeg traditionele schoenen en een Quecha-fleece. Haar familie woont al generaties lang op deze boerderij. Meer zelfs: Odette is in dezelfde kamer geboren als haar moeder destijds. Toen ze klein was, moest ze anderhalf uur wandelen naar school. Odette zelf verhuisde eerst naar Lissabon mar keerde terug naar ‘haar berg’.
Ze brouwt haar eigen Medronho, een alcoholische drank uit een lokale vrucht met maar liefst 40% alcohol. Uiteraard moesten we allemaal proeven. Het was een warme ontvangst maar tegelijk voelde het wat vreemd om daar met een groep in haar authentieke thuis binnen te vallen.
Ergens begin november, midden in de verhuisstress, stond er nog een paar dagen Portugal op het programma. De zomerse dagen van 2018 waren een verre herinnering en het deed deugd om wat zuiderse zon op mijn snoet te voelen. Het was voor mij de derde keer in Portugal. Na Lissabon en Centro de Portugal mocht ik weer een nieuwe regio ontdekken: Alentejo.
Alentejo, een kennismaking
Alentejo ligt net ten zuiden van Lissabon en net boven de Algarve. De regio omvat een derde van Portugal. Alentejo heeft slechts 500.000 inwoners maar is groter dan België. Een heel lage bevolkingsdichtheid dus! De regio is vooral gekend voor zijn wijnen, kurk en olijfolie. Of de Portugezen nu wijn zijn beginnen verbouwen omdat ze zoveel kurk hadden of dat ze kurkbomen geplant hebben voor hun wijnflessen is een ‘kip of ei’-verhaal. Wat wel opvallend was, is hoeveel wijn de Portugezen drinken. Je zou haast verwonderd zijn dat ze nog wijn over hebben om uit te voeren ;-)
De kurkbomen van Alentejo
Van zodra we de brug overreden, weg van Lissabon, dwaalde een rust over ons neer. De komende dagen was het genieten geblazen. Ik staarde uit het autoraam en genoot van het groene landschap. Plots vloog een groepje ooievaars voorbij. We zullen er tijdens de reis nog veel tegenkomen, op hun nest, op de palen van de hoogspanningskabels. Langs de weg komen we overal kurkbomen tegen. Als je goed kijkt zie op de kurkbomen cijfertjes staan. Een aantal hebben een donkerrode stam met een wit cijfer op. Dit zijn de bomen die dit jaar ontschorst werden.
Even beslissen om een kurkbedrijfje te beginnen is verloren moeite, tenzij je aan de volgende generatie denkt. Het duurt namelijk 30 jaar voor je een kurkboom voor het eerst kan ‘oogsten’. De eerste en de tweede oogst zijn niet bruikbaar. Als je weet dat een boom slechts om de 9 jaar ontschorst kan worden, dan heb je je eerste bruikbare oogst pas na 48 jaar! Hopelijk ben ik over 48 jaar op pensioengerechtigde leeftijd dus kurkboer ga ik niet meer worden, haha. Ik zou wel graag nog eens een kurkfabriek bezoeken. Ik vind het fascinerend hoe ze van die schors allerlei voorwerpen in kurk maken. Blijkbaar verwerken ze de kurkschors tot een soort pasta die ze dan uitsmeren en waarmee ze vervolgens kurken vellen hebben om te verwerken. Het kurkpatroon wordt er dan weer opgedrukt.
Cante Alentejano
Naast de fado is de Cante Alentejano sinds 2015 toegevoegd aan de lijst van UNESCO Werelderfgoed. Deze bijzondere manier van zingen wordt ingezet met één stem. Daarna voegt een tweede stem, de Alto, zich bij de zang en tenslotte zet het volledige koor in. En dit allemaal zonder muziekinstrumenten. De liederen werden destijds door de boeren op het land gezongen. Tegenwoordig vertolken vele koren ze tijdens de regionale festivals in Alentejo.
De dorpjes en steden van Alentejo
Evora
Evora is het eerste stadje dat we bezoeken. Elke periode uit de geschiedenis kan je hier ontdekken, langs talloze hoogtepunten en een mix van bouwstijlen. We wandelen tussen de witte huisjes naar de goed bewaarde Romeinse tempel. Er is lang gedacht dat dit een tempel ter ere van Diana, de godin van de jacht, was maar het bleek een tempel voor de Emperor.
Evora is erkend als Werelderfgoed. Laat je verdwalen door de straten met witte huisjes en gebouwen van tussen de 16e en 18e eeuw.
Shoppingliefhebbers moeten in de 5 oktoberstraat zijn. Dit is een shoppingstraat met winkeltjes gespecialiseerd in allerlei voorwerpen (tasjes, magneten,…) in kurk. Echt, je kan het zo gek niet bedenken of ze hebben het hier. In kurk.
We eindigen onze wandeling op Praca de Giraldo. Dit gezellige plein heeft een minder gezellige geschiedenis. Deze plek was het centrum van de Spaanse inquisitie in de 16e eeuw. Het is ook de plek waar de hertog van Braganza in 1484 geëxecuteerd werd.
Monsaraz
Monsaraz is een prachtig middeleeuws stadje. De timing was perfect. We kwamen er net voor zonsondergang aan. Het licht veranderde het stadje in een sprookje. Ik krijg nooit genoeg van zonsondergangen! De sfeer in Monsaraz is uniek. Je lijkt wel op een filmset beland, van een film die zich in de middeleeuwen afspeelt. Toch is alles wat je ziet uniek.
Elk jaar in juli wordt Monsaraz een openluchtmuseum waarbij je als bezoeker meer te weten komt over de oude gebruiken, over het handwerk van Alentejo en over de lokale keuken.
Troia
Een van de hoogtepunten van deze reis was voor mij het bezoekje aan de ruïnes van Troia. Ze maken graag gebruik van de spraakverwarring met Troje maar het heeft er niets mee te maken. Troia is een schiereiland op een uurtje rijden van Lissabon. Je vindt er Romeinse ruïnes die dateren uit de 1e eeuw na Christus.
De ruïnes waren een grote viszouterij. Hun producten werden over het hele Romeinse Rijk uitgevoerd. Je vindt in Troia ook een thermencomplex. De opgravingen en conservatie gaan nog steeds door. Toen Hans Christian Anderson deze plek bezocht, noemde hij het Pompei van Setubal.
Comporta
Comporta wordt veelal vergeleken met Ibiza of Saint-Tropez. De stranden zijn minstens even hip en trendy maar het grote verschil is dat het bij Comporta nog puur, ongerept en rustig is. Het zandstrand is er eindeloos lang en logeren kan in vissershuisjes of in hippe villa’s direct aan zee.
We waren er buiten het hoogseizoen en veel strandbars waren gesloten maar je voelde gewoon dat dit de place to be is! Het was heerlijk om even met je voeten door het strand te kunnen woelen.
Een verborgen parel
We waren eigenlijk al op de terugweg naar de luchthaven, toen we nog een klein ommetje maakten. En wat voor één! Het leek wel alsof ik in een andere wereld terecht gekomen was. Had ik het niet met eigen ogen gezien, ik zou niet geloven dat je dit in Portugal kon vinden. De oude haven veroverde meteen mijn hart.
We verbleven in een aantal opvallende hotels. De meeste zijn zogenaamde ‘Herdade’. Dit zijn agrarische bedrijven die ook actief zijn in het toerisme. Alentejo heeft een divers aanbod logies.
Deze site maakt gebruik van cookies. Als je deze site gebruikt, ga je hiermee akkoord. OKRejectMeer info
Privacy & Cookies Policy
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.